Backpack tocht Loskop dam - Nederlands - Reisverslag uit Hartbeespoort, Zuid-Afrika van Yochem Hobbelen - WaarBenJij.nu Backpack tocht Loskop dam - Nederlands - Reisverslag uit Hartbeespoort, Zuid-Afrika van Yochem Hobbelen - WaarBenJij.nu

Backpack tocht Loskop dam - Nederlands

Door: Yochem Hobbelen

Blijf op de hoogte en volg Yochem

01 April 2014 | Zuid-Afrika, Hartbeespoort

Dus! Ik ben op een backpack tocht gegaan met een aantal mensen, vrijwilligers, één collega en een gids, door Loskopdam Nature Reserve. Echt een geweldige plek, mooie omgeving en prachtige natuur. We reden met Pieter ( begeleider van de vrijwilligers ), zijn vrouw Isabelle, haar broer Alberto, Rachel ( Amerikaanse vrijwilligster ), Lisa ( Noorse vrijwilliger ), Juul ( Vrijwilliger tOM, en collega ), Albert ( de gids ) naar het reservaat. Na een tocht van ongeveer 3 uur kwamen we aan bij de lunchpost, een pub aan de rand van het reservaat en aan de rand van de rivier waar de Loskopdam in uitmondde. Daar kregen we een lunch, en omdat de stroom uitviel, 2 drankjes in plaats van 1. De lunch was een hoop bittergarnituur met slappe koude friet en een pittige saus. Echt een maal waar je op kan lopen hoor, maar wel lekker. Daarna zijn we onderweg gegaan, over de brug het reservaat in. Het eerste beest dat we zagen was een ander halve meter lange veraan! Echt super gaaf beest, super mooi ook. Maar toen ik een foto wilde nemen schoot hij weg, jammer… Even later kwamen we aan bij de oever van het meer. Daar hebben we alle spullen overgeladen in een bootje en zijn we zelf met z’m achten in een speedboot gestapt.
Grappig feitje over onze kapitein, het was niet alleen cola dat hij om 12 uur ‘s middags in zijn glas naast het stuur had staan.

Onze tassen en bepakking gingen vooruit, wij hebben nog even kennis gemaakt met de kapitein, Collin, en zijn daarna achter onze spullen aan gevaren. Het meer was prachtig en het weer was net zo mooi. De bergen om het stuwmeer heen waren ook geweldig om te zien, en ik wist toen zeker dat het het zeker waard was dat ik mee gegaan ben!
Maar goed, we kwamen aan bij een redelijk moerasachtige oever. Albert, onze gids, adviseerde ons onze schoenen uit te doen en dit kleine stukje op blote voeten te doen. Nou moet ik zeggen dat ik daar helemaal geen zin in had, aangezien kisten vervelend zijn om aan en uit te trekken en je dan langer bezig bent met schoenen wisselen dan die 4 seconden door water heen lopen. Dus ik ben gewoon uit gestapt en die 3 meter door zoolhoog diep water gewandeld. Mijn schoenen waren droog toen ik op droog land aankwam. Toen iedereen uiteindelijk op de oever stond hebben we nog een paar groepsfotos gemaakt. Albert kreeg zijn backpack en zijn “High-caliber Rifle” en we waren klaar om te vertrekken. We zwaaide Collin uit en Albert zei “There goes your last chance, hope we don’t run into anything hungry.”
We liepen de bush in, opzoek naar een mooie openplek met schaduw voor de briefing. Na ongeveer 10 minuten lopen vonden we een mooie plek onder een Sekelbos, een soort acacia met grote naalden en kleine paarse en witte katjes. We dropte onze spullen en gingen in een kring zitten om Albert heen. Hij vertelde ons wat je wel en niet moet doen als we iets gevaarlijks tegenkomen. Welke gevaren er allemaal zijn, wat voor slangen er zijn en welk soort gif ze hebben. Wat het plan is voor het weekend en hoe en wat voor de overnachtingsplek. Hij vertelde ook wat je moest doen als we in een situatie komen waar hij zijn wapen bij moest gaan gebruiken. Dingen zoals : “Do not run around.” En “Do as I tell you, because I do not want to hit any of you on purpose.” Of “Drop your bags, a buffel might go for that instead of you.” Je weet wel, handige dingen om in leven te blijven. Ook vertelde hij ons dat we NIET op onze mobieltjes of horloges mochten kijken want tijd was niet meer belangrijk. Mooie regel, nou was mijn mobiel toch leeg en mijn horloge thuis thuis, maar nog steeds goed. De briefing duurde ongeveer een half uur ( niet dat ik het weet ofzo, maar zo leek het ) we pakte onze spullen en gingen op pad. We probeerde een wild spoor te vinden, want dat loopt een stuk fijner dan dat Acacia struikgewas! Naalden op ooghoogte, takken op kniehoogte en alles bleef overal aan haken en hangen, haha! Maar wel leuk. Dus na een hele tijd door struik gewas te zijn gekropen, gewandeld en acrobatisch ontweken te hebben, kwamen we eindelijk op een stuk geërodeerd land. Hier vonden we allerlei sporen, Brown Hyena, Buffel, Luipaard, Warthog, Gnoes ( Ja ik gooi talen door elkaar, doe het er maar mee ) hier konden we eventjes fijn lopen en door mooie begaanbare “Paden” tussen acacia’s door lopen. Na nog een paar dichte stukken acacia’s te hebben gehad moesten over stenen of over grote pollen gras door een uitspoel gebied lopen. Dat is een gebied waar water van een berg of helling komt, langzamer gaat en zich uitbreid in de breedte. Het water was niet diep, zoolhoogte maar de stenen en de pollen maakte het tricky en je gaat op zo’n stuk best wel makkelijk door je enkel ( gelukkig gebeurde dat bij niemand ). Het water zelf, naar mijn mening, zag er vervuilt uit. Alsof er een filmlaagje van olie op lag. Later bleek dat dit een uitgespoeld element was, dat in reactie met lucht en water een glinsterende laag op het water vormde. Weer wat geleerd. Niet veel later kwamen we aan bij een redelijk open plek dicht bij het water. Daar mochten we even de backpacks afdoen terwijl hij opzoek ging naar een plek. Hij kwam terug met de optie : Hier blijven met de waarschuwing dat als het gaat regen we wegspoelen OF verder opzoek gaan naar een drogere plek met de kans dat we nog eventjes rond lopen. Dus wij zijn daar gebleven, we zijn lui. Dus we sleepte de tassen nog eens een kleine veertig meter verder en we zaten echt gewoon aan de oever.
Wederom dropte we onze backpacks en kregen we elk onze taak. Juul en ik moesten stenen gaan zoeken voor de vuurcirkel, de rest kon takken gaan zoeken. Na een tijdje waren we daarmee klaar maar lag er nog maar een karig hoopje takjes. Dus Juul en ik hebben geholpen met takken slepen. Eigenlijk bijna nadat we de stenen hadden gevonden, de takken bijeen waren en Albert de nood tent op het gezet was het eigenlijk al donker. Dus de beloofde wandeling zat er niet echt in, maar niet erg.

Ik heb zelf nog eventjes over het meer uit staan kijken en genoten van het uitzicht. Albert vertelde nog dat hij ergens op één van die bergen woonde voor 7 jaar met z’n hond. Dat lijkt me super gaaf. Maar het uitzicht was geweldig. Niet veel later toen we met z’n allen bij het vuur zaten rolde ik mijn matje en slaapzak maar uit, dan kon ik ergens op zitten. Het vuur branden lekker door en uit het niets hoorde we niet ver van ons vandaan zwaar gehijgachtig gegrom. Persoonlijk dacht ik aan Baviaan…aangezien ze zo ongeveer klinken van dichtbij, denk ik. Maar nee! Albert vroeg het ons met een grote grijns en zonder ook maar enige vorm van zenuwachtigheid te tonen. Het bleek dus een Luipaard te zijn, een mannetje…en grote volgens Albert. Wederom zei hij dit met een grote grijns. Zo’n beest komt niet echt graag bij mensen in de buurt, helemaal niet een groep mensen en zeker niet als er een redelijk groot vuur brand. Dus ik voelde me wel veilig, sowieso wel, daar niet van.
Verder was het een heldere nacht met prachtig weer en geen wolkje aan de lucht. Het eten was heerlijk, Albert kan goed bushkoken. We hebben Askoek gemaakt. Dat vertaald naar iets in de richting van koken direct op de kolen. Je maakt een groot heet vuur. Wacht tot het lager is en goede kolen zijn en dan gooi je je vlees op de gloeiende kolen. Als het gaar is schraap je het grootste spul eraf en eet je het zo. Best lekker. Tussendoor zijn we nog even naar de oever gegaan en hebben we sterren gekeken. Prachtige sterrenhemel aangezien het zo helder, en donker, was. We konden Orion, een stuk van Taurus, en stukjes van Canus Major en Minor zien. Hij vertelde hoe je het noorden kon bepalen met behulp van Orion’s zwaard en we zaten jammer genoeg aan de verkeerde kant van de oever om de Southern cross te kunnen zien…dus das wel jammer. Maar goed. We gingen weer terug naar het vuur. Na een spekkoek askoek maakte hij nog een askoek van een Boerewors, gewone normale boerenworst maar dan Afrikaans en met dezelfde smaak. Maar ook dat was wel lekker. Na wat uitbuiken moesten we allemaal een banaan inleveren dat in ons 24-uurspaket zat. Hij sneed ze over de lengte doormidden en gooide ze in een klein pannetje gevuld met enorm veel boter.
FUNFACT : Albert vroeg ons het verschil tussen Margarine en boter…Margarine is één stap verwijderd van het zijn van plastic. Hehe.
Daar deed hij suiker bij en kaneel, liet dit even staan tot het bijna papperig was en gooide er toen een flinke guts rum in. Met gegrinnik stak hij deze kost aan wachten 3 seconde om er zeker van te zijn dat er nog steeds veel alcohol over was en blies het uit met de woorden “That should do it, I think.” We konden het verdelen over 3 man, de rest lag namelijk al te slapen en Albert hoefde zelf niet, of ik heb het niet meegekregen dat hij wat nam… Maar dat spul was heerlijk! Echt super zoet, maar zoals gezegd de rum was nog niet helemaal verdampt en je proefde gewoon de alcohol. Super lekker eten, daar niet van.
Na het avondeten, verspreid over ongeveer de hele nacht. Riep Juul me nog en zei dat ik dit moest zien. Dus ik naar de oever, stuiteren er allemaal kleine visjes over het water oppervlak. Na nog een goed kijken waren de kleine visjes op de vlucht voor grote visjes. Een grote school Meervallen dreef de kleine visjes in het nauw zodat ze geen andere uitweg meer hadden dan over het water, best wel gaaf om te zien want het waren er minstens 20. Niet veel later ben ik in slaap gevallen, na het maken van een goed aantal slechte grappen met Juul en Rachel.

De volgende ochtend was het wakker worden net zo relaxt als het slapen gaan met een klotsen van water, het tsjirpen van krekels/sprinkhanen en het gefluit van nachtvogels. Vogeltjes vloten, het restantje van het as vuur knisperde nog heel zachtjes, het water klotste nog rustig door en een briesje waaide door de acacia naalden, K bomen. Elke keer toen ik opstand ramde ik m’n hoofd in zo’n naalden tak… Mijn ontbijt bestond uit een appeltje en een zakje gezouten pinda’s, want ja, een gezond ontbijt is niet lekker. En! Een goede mok vol Douwe Egberts oplos koffie, Albert had hem ergens gevonden grappig genoeg.
Na het ontbijt en nadat we alle spullen hadden ingepakt had ik nog een rondje gelopen om de omgeving te zien. Het was een mooie omgeving.

Al snel waren we weer op weg, en doelloos opzoek naar een wildspoor dat we konden volgen want wederom banjerde we weer dwars door de acacia’s en doornstruiken. In plaats van het vinden van een wildspoor vonden we een compleet weg geslagen stuk land waar diepe geulen van erosie door heen sneden. Het was min of meer open met hier en daar een karig jong plantje van een hardhout soort. Deze stukjes hebben mij mooie foto’s opgeleverd haha! Naast het feit dat niet alleen de omgeving mij mooie foto’s opleverde, deden de dieren die we vonden dat ook…spinnen, we zagen alleen spinnetjes. Voornamelijk de pinknagel grote Kitespider, maar ook de handgrootte Golden Orb Spider en Butterspider deden goed mee…gadverdamme. Vieze grote beesten waar je snel in loopt want ja, je bukt door struikjes heen, komt omhoog en walst dwars door zo’n web heen. De webben zijn niet zo slap en zielig als die in Nederland…neeeeeeeeee, hier blijf je zelfs als mens bijna in vast hangen… maar goed, die vieze beesten zijn we wel vaker tegen gekomen in het gebied en tijdens onze wandelingen. Soms zagen we Impala’s wegrennen, we hebben Kudu’s gezien, Gnoes maar niet echt goed want ze rende telkens weg. Op een gegeven moment stopte Albert ineens, en wij verzamelde langzaam een beetje om hem heen. Hij deed zijn rugtas af en zei dat we hier moesten blijven want er liep misschien een buffel. Dus met geweer en verrekijker en al liep hij verder door het struikgewas. Opzich was het wel spannend, maar mijn aandacht was snel genoeg verplaatst naar een klein kleurig kevertje en een mooie bloem. Nadat Albert er zeker van was dat alles veilig was pakte we onze spullen weer op, waarbij Albert een band van zijn tas vernielde.
De tocht richting de oever van de rivier was niet spectaculair, maar het gebied was mooi en dat is net zo goed.

Toen we bij de rivier aankwamen was het eerste wat we vonden een Zebra schedel, best een grote. En ook best wel mooi. Toen deden we de tassen af. Albert vertelde ons dat we tegen de stroom in gaan lopen naar een waterval en dat we daar konden zwemmen als we dat wilde. Ik had geen zwemkleren mee, laat staan een handdoek dus dat zat er niet in voor me. Maar goed, nadat iedereen klaar was om te vertrekken hebben we nog eventjes rond gehangen op die plek en rustig aan gedaan voor die gene die nog wilde bijkomen van de, in mijn beleving, korte wandeling. Pieter riep me en zei dat ik mijn camera mee moest nemen, want op een klein blaadje, of er eigenlijk tussen verscholen, zat een baby kameleon! Super gaaf om te zien, hij was maar 3, misschien 2,5 cm groot en knal groen. Toen pakte Pieter hem op en verkleurde hij langzaam naar grijzig langs de ruggengraat. Na een fotosessie van iedereen met het Verkleurmannetje zijn we op pad gegaan langs en door de rivier. Langs de steile oever, over stenen door de rivier, over droge steenbanken en soms ook dwars door de bush dat erom heen lag. Hoewel Albert zei dat het maar een halfuurtje lopen was deden we er toch veel langer over. Niet alleen omdat we redelijk langzaam gingen maar ook omdat je geen 3 kilometer door ruig terrein in een halfuurtje aflegt! Daarnaast hebben we nog een paar mooie groepsfoto’s onderweg gemaakt en zijn we een paar keer gestopt voor beestjes : Een dikke grote zwart met rode sprinkhaan en nog een paar vette spinnen ( wederom, bah ). Langs en door de rivier was super leuk, de natuur was hier nog mooier dan daarvoor. Ik kreeg er een echt bushgevoel bij, alsof je door de jungle liep. Nou leek het daar ook op dus ach. Nadat Albert al een paar keer heeft gezegd “It is just around this bend.” En “It’s longer than I could remember.” Waren we er na ongeveer 2 uur lopen. Helaas…toen we aankwamen heb ik mijn camera, of eigenlijk de camera van mijn moeder ( sorry mam! ) op een steen laten vallen, waarna hij vervolgens het woeste water in schoof… dus ja…geen foto’s meer vanaf mijn camera. Dus na een paar minuten flink pissig te zijn geweest heb ik dat opgegeven en ben ik langs de oever op een grote steen gaan liggen.
Toen ik wakker werd, zeer relaxt, zaten er een aantal libellen, juffers, motten, vlinders en vliegen op me. Wel grappig. Niet veel later liepen we terug richting onze tassen. Eerst zijn we een stuk over de berg gegaan, heel mooi en daarna zijn Juul, Lisa en ik dwars door de rivier terug gegaan. Want dat was leuker dan door de bush. Onderweg, dwars door de rivier ben ik nog een keer bijna uitgegleden, mijn linker been helemaal nat maar geen verwondingen op de rollende stenen en we hebben daar een Spitting Cobra tegen het lijf gelopen. Hij spuugde naar Juul toen hij een foto wilde maken. Niet veel verder veroorzaakte Juul ook nog een lawine van grote stenen, en riep Albert of alles goed ging blijkbaar maar dat hoorde we niet.

Eenmaal terug bij de tassen heb ik mijn schoenen ( die tegen die tijd allebei verzopen waren ) even laten drogen en nieuwe sokken aangedaan. Albert verzekerde ons dat het nog maar een klein stukje is, maar zoals verwacht hebben we nog een kleine 4-ish uur gelopen. Dit laatste stuk was best begaanbaar. Er liep een uitgesleten wildpad en wij volgde het met alle gemakken van dien. Hier zagen we nog een paar groepen Impala’s, Gnoes, er rende een Baviaan rond en we hadden nog een onzin beest bedacht dat rond banjerde namelijk het : The Carnivorous Loskopdam Impala maar goed dat is goeie onzin haha. Albert pakte de radio van zijn tas en informeerde Collin dat we bijna op het ophaalpunt waren, en dat hij een lading drank mee moest nemen. Dit keer was het nog maar echt een halfuurtje lopen, en toen we eenmaal daar aan het meer zaten was het echt helemaal perfect. Zonnetje, strak blauwe lucht grote vluchten Aalscholvers in de bomen in het meer, een Goliath Heron ergens langs de kant en een African Fish Eagle die ergens over ons heen schreeuwde. We konden helaas niet heel lang genieten van het uitzicht, Collin en zijn boot kwamen aan, veertig meter verderop. Dus we moesten onze spullen weer oppakken, een eindje lopen om vervolgens langs een steile wand naar beneden te stappen en daarna pas in de boot te kunnen. Maar dat was het wel waard, een mooie afsluiting na een dag door de bush heen. In de boot stond, naast Collin’s halve cola halve gin, een coolbox met bier en andere drank. Een Savanna is best verfrissend moet ik toegeven. De boottocht die volgde duurde niet lang en we meerde snel aan, nou ja…aanmeren, we vaarde de kant op. Daar moesten we uitstappen en nog veertig meter lopen en toen stonden we midden in het Base-camp van Loskopdam. Als je het ergens mee kan vergelijken is het een Guerrilla kampement. Een grote houten hut met een steiger, een apart houten gebouw als keuken nog een klein gebouwtje, meerdere grote tenten, douche en toilet gebouwen en een grote kampvuurkuil. Het grote gebouw, die gene met de steiger, was een bar/kroeg/restaurentje? Voornamelijk bar, ik heb geen probleem met het zeggen dat Collin, die daar woont, in een kroeg leeft. Haha. Mooi leven dat wel. Ik heb nog tevergeefs de camera proberen te reparen maar zo handig ben ik ook weer niet…helaas. Gelukkig doet de Memory-kaart het nog dus heb ik alle foto’s die ik heb geschoten nog. Terwijl ik de camera probeerde te reparen zagen de vissers, ja er waren meerdere mensen, hele gezellige lui, een black mamba wegschieten. Nieuwschierig als ik ben kwam ik kijken en zag ik hem wegglibberen aan de andere kant van het pad. Gaaf beest.

Vermoeid, uitgeput en chagrijnig op mijn camera heb ik mijn spullen klaar gemaakt in de tent waar Juul, Albert en ik in sliepen. Acht-persoonstent met stapelbedden. Heerlijke bedden met betere dekens. Toen ik terug kwam bij het bar/kroeg/restaurantje? Gebouw werd het avond eten opgediend. Nou ja, het werd klaar gezet als een lopend buffet. Er stond van alles, Boerewors, soort pizza met alles en nog wat erop, pap ( ja, pap ja ) verschillende sauzen voor erover heen en bonen. Dus na het avondeten, dat trouwens volgens mij vermoord was met pittige sauzen, had ik geen zin meer om ooit iets te eten vanwege de scherpe nasmaken. Ik stond op het punt om naar bed te gaan toen ik terug geroepen werd door Juul omdat Albert nog wat te zeggen had. Dus ik loop terug en Albert staat daar met een grote fles drank, 8 shotglaasjes en een grijns. Hij vertelde ons dat we allemaal een strafdop moesten drinken omdat we op de een of andere manier een regel hadden gebroken. Dus hij verzon bij iedereen wel wat leuks, Juul zong te veel, Rachel lachte te veel, Lisa zei te weinig, Alberto zat op z’n mobiel je snapt het wel. Ik was blijkbaar te levendig, ik praatte te veel. Strafdop is trouwens raketbrandstof.

Die zondag was het trouwens vroeg op. We gingen namelijk op jacht om een Neushoorn te zien. Niet gezien helaas, wel dichtbij gekomen dank zij sporen maar niet gezien. De wandeling was leuk, het weer zat weer mee. Het was niet heet maar aangenaam terwijl de zon al volop branden. We hebben het eerste deel van de tocht niet zo heel veel gezien. Eigenlijk niks, totdat we op de berg stonden. Juul spotte waterbokken in het gras terwijl alleen het puntje van hun hoorns te zien was, dus dat was wel gaaf om te zien. Ik spotte nog een grote kudde Buffels in de vallei en niet veel later kwamen we denk ik de grootste spin van de tocht tegen. Groter dan mijn hand met een web tussen twee bomen meer dan 4 meter van elkaar af. We zagen daar ook nog een kleine kudde van 12 zebra’s, er sprong een grote baviaan uit de boom 10 meter van het pad vandaan maar verder hebben we eigenlijk niks gezien. Maar dat is niet erg, ik heb me goed vermaakt het hele weekend lang.
Bij terugkomst bij het Base-camp kregen we nog een kleine brunch waarna we vervolgens alle spullen bijeen raapte, de boot in gooide en onze tocht terug maakte richting de auto. Het was een relaxt tochtje en we vaarde langs het hele stuk dat we gelopen hadden en hoe hard Albert het ook ontkent dat was GEEN 15 kilometer in totaal. Eerder 20, minimaal. Ook zagen we nog een jonge African Fish Eagle overvliegen, een aantal Hamerkoppen, wat Blauwe reigers en meer Goliath Heron’s. Dus dieren genoeg.

Toen we aanmeerde, al onze spullen hadden en alles ingeladen was hebben we afscheid genomen van Collin, die weer een gin cola dronk om 12 uur ’s ochtends. Niet veel later zaten we in de auto onderweg naar OR Tambo, het vliegveld in Johannesburg om Alberto af te zetten, die vloog namelijk toen terug naar Spanje. Ook op de weg terug was de omgeving nog steeds prachtig en ik heb genoten van de autorit.

Het was een geslaagd weekend, zeker weten.


En aangezien ik dit niet op een terras upload kan ik er geen foto's bij gooien, dus! jullie wachten maar mooi haha.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Yochem

Tijdens mijn stage in Zuid Afrika wil ik graag iedereen thuis op de hoogte houden van de gebeurtenissen om mij heen. Jullie zijn waar ik ben!

Actief sinds 09 Jan. 2014
Verslag gelezen: 286
Totaal aantal bezoekers 7649

Voorgaande reizen:

18 Januari 2014 - 20 Juni 2014

Buitenlandse stage-ervaring

Landen bezocht: